Google Analytics 4

Nieuwe features zijn natuurlijk fantastisch, maar de grote vraag die voor ons online ondernemers en marketeers rest is: wat verandert er nou precies wanneer ik overstap van Universal Analytics naar Google Analytics 4? Daarom gaan we hier verder in op een aantal verschillen tussen Google Universal Analytics- en Google Analytics 4-properties.

Events

Het grootste en meest belangrijke verschil zullen we terugzien in de tracking van events. Waar de oude Universal Analytics nog onderscheid maakte tussen verschillende hits bij events, doet Google Analytics 4 dit niet meer. De verschillende hits zoals de: Screen View hit, Page View hit of Event hit worden in Google Analytics 4 allemaal gezien als één event.

Paginaweergaven in Universal Analytics worden vertaald naar het event Page_view in Google Analytics 4-property’s. Hiermee is het niet meer een losse hit, maar het wordt nu ook als een actie gezien en dit wordt in Google Analytics 4 ook als een event gezien.

Google Analytics 4 Interface

Als je inlogt bij GA4, zie je aan de linkerkant een menu. In eerste instantie zijn alleen de pictogrammen zichtbaar. Als je echter met de muis over het menu beweegt, kan je verschillende andere elementen zien.

Er zijn genoeg opties om uit te kiezen. Als je bekend bent met Universal Analytics, kun je in dit stadium al tal van verschillen opmerken. Ons advies is om eens rustig de tijd te nemen om door alle opties te gaan.

Rapportages

Een belangrijke feature binnen Google Analytics 4 is de”Explore” feature. Hier heb je de mogelijkheid om zelf custom rapportages op te bouwen.

Enkele nieuwe metrics binnen Google Analytics 4

1. Total Users

Om eerlijk te zijn heeft Total Users technisch gezien de overgang naar GA4 overleefd en betekent het nog steeds hetzelfde (d.w.z. het totale aantal gebruikers) in zowel Universal Analytics als Google Analytics 4. Maar het grote verschil in GA4 is dat Total Users niet langer de primaire gebruikersmetriek is zoals het was voor Universal Analytics (UA).

In plaats daarvan is Total Users vervangen door Active Users als de nieuwe primaire gebruikersmaatstaf in GA4. Totaal aantal gebruikers is er dus nog steeds, maar het is niet meer zo belangrijk als vroeger.

2. Pageview

Pageview blijft relatief ongewijzigd tussen UA en GA4, maar GA4 heeft de definitie van Pageview aangepast – en je moet je daarvan bewust zijn. In Universal Analytics verwijst Pageview naar het totale aantal bekeken pagina’s, terwijl GA4 het aantal bekeken webpagina’s combineert met het aantal schermweergaven.

Dus als je een aanzienlijke toename in Pageviews opmerkt nadat je bent overgestapt op GA4, vergeet dan niet rekening te houden met het feit dat GA4 zowel app- als webweergaven combineert, terwijl UA ze apart bijhoudt. Houd er ook rekening mee dat views in GA4 hetzelfde betekenen als pageviews in UA.

Vaarwel, unieke pageview! Aan de andere kant was Unique Pageview niet zo gelukkig. Misschien herinnert je zich Unique Pageview als de metriek in UA die het totale aantal bekeken pagina’s zonder duplicaten bijhield, maar deze metriek is niet beschikbaar in GA4.

3. Sessie

Hoewel de sessie-metric nog steeds aanwezig is in GA4, is deze niet precies hetzelfde als in UA. In GA4 is een Sessie ook bekend als een Sessie start, en elke nieuwe sessie genereert een sessie-ID, wat het gemakkelijker maakt om elke gebeurtenis tijdens die sessie te volgen. Maar anders dan in UA worden sessies in GA4 niet automatisch opnieuw gestart om middernacht.

4. Bounce Rate

Bounce Rate, een veelbesproken metriek in de Universal Analytics-wereld, maakt een comeback. GA4 heeft de bounce rate nieuw leven ingeblazen. Maar zoals iets dat uit de dood is opgestaan, is het niet meer hetzelfde.

De naam is hetzelfde gebleven, maar de betekenis is veranderd. In UA was het bouncepercentage het percentage mensen dat uw webpagina verlaat zonder enige interactie (d.w.z. geen enkele klik). Maar het maakte niet uit of ze 5 seconden of 10 minuten op je pagina bleven. Zolang er geen interactie plaatsvond, telde het als een bounce in UA.

Ondertussen heeft GA4 de definitie van Bounce Rate veranderd in het “percentage van sessies die GEEN betrokken sessies waren”, waarbij een betrokken sessie elke sessie is die:

1. 10 seconden (of langer) duurt
2. ten minste 1 conversie-event heeft
3. ten minste 2 pageviews heeft

Als een bezoeker niet voldoet aan de eisen van een betrokken sessie, telt GA4 het als een bounce.

Opdracht: Vergelijk eens de Bounce rate binnen universal analytics en Google Analytics 4! Laat ons zeker de resultaten weten.

5. Active users

Actieve gebruikers is een van de belangrijkste nieuwe statistieken in GA4, omdat het de primaire metric is in de categorie Gebruikers. Als je het je herinnert, houdt deze metriek het aantal gebruikers bij die je site of app bezochten en een betrokken sessie hadden (wat betekent dat ze ofwel langer dan 10 seconden bleven, minstens één conversie hadden of minstens twee pageviews hadden).

Andere event structuur

Een hele grote verandering is dat je niet meer vast hangt aan de structuur van “event”, “action” “label”. Je moet je eigen tagging plan uitwerken met naming convention. Dit zorgt voor een iets complexere setup maar zorgt wel voor veel meer flexibiliteit om events door te sturen naar Google Analytics 4.

Introductie tot data streams

Datastreams zijn bronnen van gegevens die naar een GA4 property worden gestuurd, bijvoorbeeld van een website (web) of een app (iOS, Android). Dit betekent dat je drie soorten gegevensstromen in één GA4-eigenschap tegelijk kunt hebben, vergeleken met de UA-property, waarbij je voor elke gegevensbron (web, iOS, Android) een aparte property zou maken. Dit is een groot voordeel voor bedrijven die een website én een app hebben. Datastromen kunnen dus fungeren als verschillende touchpoints tussen apps en websites in een user journey.

Google Analytics 4 datastreams